Van Carta naar Isla

24 augustus 2019 - Isla Mucura, Colombia

Cartagena (16-19 aug)

Met een minivan rijden we rechtstreeks naar Cartagena, zo’n 300 km ten westen van Palomino. Het eerste stuk schiet lekker op, de wegen zijn goed te bereiden aan de kust. Maar in de buurt van Baranquilla stokt het ineens, er blijkt in de wijde omtrek slechts één brug over de Rio Magdalena te zijn en laat die nu net in onderhoud zijn waardoor er mondjesmaat verkeer overheen kan... dus “genieten” we van het uitzicht: zover we kunnen kijken industrie. Dit is duidelijk niet het mooiste deel van Colombia. Eenmaal door de flessenhals rijden we door over een soort Afsluitdijk met aan de ene kant de Caraïbische zee en aan de andere kant een binnenzee met mangroves. Aan weerszijden van de dijk is er een strookje grond bewoond en hier zien we de flinke armoede, die er ook is in Colombia, van dichtbij: gammele hutjes, oude mannetjes ervoor op gebroken plastic stoeltjes en overal vuilnis en plastic rotzooi...maar natuurlijk ook vrolijk spelende kindjes. Naarmate we dichtbij Cartagena komen neemt de hoogbouw toe. Alle reizigers in het busje worden door de buschauffeur voor hun hotel afgezet, een service die bij het kaartje hoort. Als hij hoort waar wij verblijven, betrekt zijn gezicht: ‘complicado!’. Later snappen we waarom, want het historisch centrum (waar ons hotel ligt) is ‘s avonds deels voetgangersgebied en de straten zijn vol met wandelende toeristen en paardenkoetsjes. Wel een leuke (hernieuwde) kennismaking met Cartagena, want het oogt gezellig en knus in al die koloniale straatjes. De binnenstad is een Unesco erfgoed, en vrijwel alle panden zijn prachtig onderhouden, kleurrijk geverfd en begroeid met bloeiende bougainville over de houten balkons. We verblijven op de bovenste etage van Hotel India Catalana in twee comfortabele kamers met airco en een klein zwembadje op de binnenplaats. Dat blijkt geen overbodige luxe want het is echt snikheet in de stad... We gaan nog even wat eten en belanden in een trendy tentje waar een ober met een prachtig gestylde snor ons welkom heet met ‘free hugs’. Hij plant ons eerst aan de bar voor een drankje en een guitige barman nodigt Thymo uit om hem te helpen met de bereiding van de cocktails. En Thymo blijkt een natuurtalent!😄 Het eten smaakt heerlijk (verse tonijn en ceviche) en bij vertrek is de besnorde ober druk met nieuwe gasten dus we gaan tot grote blijdschap van Luca zonder afscheidshug weer naar ons hotel (“die gast spoort niet hoor mam”). 

Op zaterdag en zondag hebben we alle tijd om Cartagena te verkennen. We slapen wat uit en benutten een deel van de ochtend aan het uitzoeken van een laatste bestemming op een van de eilandjes voor de kust. Het is een enorme uitzoekklus, want er is niet veel meer vrij en niet makkelijk te regelen. Uiteindelijk vindt Ser nog een perfecte combi: vier nachten op de San Bernardo eilanden waarvan twee op Isla Mucura (eerst een hangmat en daarna een cabaña) en twee op Tintipan (luxe quadruple). Het betalen ervan verloopt niet via Booking.com, maar moeten we bij een bankkantoor overmaken of met 5% toeslag via Paypal dat geen overboeking in peso’s accepteert. We vragen de receptie van ons hotel om even te bellen voor ons en zij regelen dat we via een creditcard link alsnog electronisch kunnen betalen. En dan moeten we de boot nog regelen, waarbij er een maximum gewicht van 8kg bagage geldt... onze rugzakken zijn “iets zwaarder”. Dus met veel moeite vinden we het kantoor van de bootmaatschappij waar tijdelijke opslag te regelen valt. Wat een gedoe, het is wel duidelijk dat dit nog geen massa-toerisme-bestemming is.

Verder slenteren we vooral lekker op ons gemakje door het oude centrum. Het is eigenlijk een beetje té druk met toeristen, en daarnaast stikt het er van de happige Colombianen die hun koopwaar aanbieden. Talloze water&bier verkopers, armbandjes, kettinkjes en hoge stapels ‘Colombia-heads’. Wij kennen ze als panama-heads, maar dat maakt niet uit😉Helaas zijn ze van prut-kwaliteit... we willen er eentje meenemen voor Ton (die uit Equador is aan vervanging toe) maar deze halen de terugreis naar NL niet, vrezen we. Aangezien we aan het eind van onze vakantie komen, is het wel leuk om wat souvenirs te gaan kopen, maar we slagen niet echt. De winkels puilen uit met rommel. En de zwarte casuela’s die we zoeken, kunnen we niet vinden. Welke toerist wil die nou hebben? We vinden uiteindelijk wat kleine bakjes in een nieuwe luxe shoppingmall waar een winkel zit die wat stijlvollere artesania’s verkoopt. Op straat koopt Luca nog een voetbalshirt met James (zonder Rodriguez) op de rug en Ser dingt flink af op een doosje dikke cohiba’s. Daar heeft hij er wel eentje van verdiend, vindt hij, na het behalen van de tocht naar Ciudad Perdida💪🏼 We trakteren onszelf regelmatig op een verkoelend ijsje, en terwijl we uitpuffen op een pleintje worden we bezongen door drie rappers. Ze halen er allerlei Nederlandse (voetballers)namen bij en maken er een leuke performance van. Ook daar kan je hier je geld mee verdienen (we horen ze later dezelfde deuntjes voor andere toeristen herhalen, slimme gasten en cool volgens Luca). Terwijl wij een museum bezoeken, nemen de jongens een duik in het zwembad. ‘s Avonds maken we een wandeling over de walmuur, drinken een cocktail en eten op een vrolijk binnenplaatsje. Op zondag moeten we voor 2pm twee van onze rugzakken alvast in het kantoortje van Tranq it Easy (de bootkaartjes-verkoper) brengen, want die kunnen daar achterblijven tot vrijdag. ‘s Avonds eten we in Getsemaní, de wijk net buiten de stadsmuren die zich meer richt op de backpacker dan op de cruise-toerist. We hadden ons oog laten vallen op een toprestaurantje, maar dat bleek vol. Dus belanden we bij een streetfood tentje: de heerlijkste gevulde arepa’s, een soort shoarmabroodjes. En voor Thymo, die regelmatig in de ‘wat de boer niet kent-stand’ staat, een pizza al tonno😋

Islas San Bernardo (19-23 aug)

Op maandag melden we ons in de reeds snikhete ochtendzon om 8.15u bij de pier waar de boot vertrekt. Er blijken drie flinke speedboten klaar te liggen. Aangezien we alles van tevoren al geregeld en betaald hebben, zijn wij snel klaar om te vertrekken. Gelukkig staan er flinke partytenten op de kade waaronder we in de schaduw kunnen wachten tot de andere reizigers klaar zijn voor vertrek. Ser koopt alsnog een cracky-hoed tegen de felle zon (waarvan na een halve dag het zwarte bandje al op half7 hangt🤪). Met 600pk varen we richting de San Bernardo archipel, een tocht die ca. 2 uur duurt. We komen langs Bocagrande, waar we ooit in Hotel Flamingo waren met TonSusanCamila en waar de Van Keulentjes begin jaren ‘70 ook al logeerden. Toen nog veel laagbouw en brede stranden, nu geheel volgebouwd met hoge appartementencomplexen, waarvan zelfs eentje in Dubai-stijl, en geen flamingo meer te zien😉 De mensen aan de Caraïbische kust zijn overigens een mooie mix van Afrikaans donker, Indiaans getint en Westers wit. De prachtig donkere dames liepen destijds over de stranden van Bocagrande met grote schalen fruit op hun hoofd en schreeuwden luidkeels ‘ensalada de fruta... con coco!’  Ze maakten heerlijke vers gesneden fruitsalades met dulce de leche. Inmiddels lopen deze dames in het historische centrum, gekleed in geel-blauw-rode jurken en klaar om met hun fruitmanden samen met jou op de foto te gaan. Daar is duidelijk meer aan te verdienen😉

Na de boottocht stappen we zonder zeeziekte (de pilletjes hielpen) op de pier bij Hostal Isla Mucura. Een lekker bountyplekje met palmbomen en witte strandjes. De eerste nacht was er alleen nog plek in de hamaca’s (hangmatten). Die hangen met 30 in een rondje onder een groot rieten dak, met elk een eigen kastje. Na een dagje luieren in de zon slapen we er heerlijk in, alhoewel Ser ‘s nachts wel een hangmatje opschuift omdat bij de tropische regenbui blijkt dat er precies boven zijn hoofd een lek zit. De volgende dag verkassen we naar een cabaña, een stuk comfortabeler en met een airco en privé strandje. De palmen om ons heen hangen vol met kokosnoten en we kijken bewonderend naar een jongen die ogenschijnlijk zonder enige moeite de palmboom inklimt, waarna de kokosnoten op de grond ploffen. Wat een lenigheid en kracht! Rond 18u gaat de zon zakken en genieten we saampjes op een bankje bij het water van een prachtige zonsondergang. De jongens zijn net lekker aan het gamen en geloven het wel ...😉

Woensdag checken we uit en worden we met een watertaxi opgehaald en naar het buureilandje gevaren. Daar ligt ons hotelletje voor de laatste twee nachten: Sal Si Puedes. Een heerlijk paradijsje, met maar drie kamers en in totaal 8 gasten. Een luxe vergeleken bij het wat drukkere Isla Mucura. We hebben het mooi opgebouwd deze dagen👍🏼

En dus genieten we van het comfort, het heerlijke eten en snorkelen in de zee. Er liggen paddleboards die we kunnen gebruiken en ook de kajaks mogen we meenemen voor een rondje om het eiland. Dat zou 2 uurtjes moeten duren, maar kostte ons een halve dag met een kajak die langzaam volliep😱 De eigenaresse kwam ons al tegemoet varen om te checken of alles OK was, heel lief. En meteen vroeg ze wat we wilden eten voor de lunch: ocotopus of rode poon. Lekker! We peddelen vervolgens rustig verder en raken alsnog verdwaald tussen de mangroves. Gelukkig zag het bootje van Sal Si Puedes ons dobberen en gaf ons een sleepje naar de juiste steiger. ‘s Avonds kan je hier trouwens “glinsterend plankton” zien: een soort vuurvliegjes onder water. Benieuwd naar dit fenomeen wandelen we na het eten naar de steiger achter het hotel. Nou, we zien helaas niks bijzonders, het water is donker als altijd ... Dan komt een ander stelletje aanlopen en zij springen in het pikkedonker het water in. Dan zien we het: bij elke beweging glinstert er een slinger van lichtjes om je armen en benen. We halen de snorkels en onder water ziet het er nog mooier uit: als je hard zwemt zie je allemaal lichtjes tegen je masker! Geweldig!! Helaas niet op camera vast te leggen, dus je moet het echt zelf komen bekijken😉

Op vrijdagochtend genieten we nog van een laatste duik in de Caraïbische zee en pakken dan onze tassen weer in. We worden naar Casa en el Agua gebracht (een grappig drijvend hostel) en van daaruit gaat de boot weer richting Cartagena. We slaan onze laatste peso’s stuk op wat souvenirs, cocktails en een afscheidsdineetje. En daarna naar het vliegveld voor de late vlucht naar Bogotá. Na een paar uurtjes ‘hangen’ op het vliegveld nemen we daar op zaterdagochtend het vliegtuig naar Miami. Benieuwd wat de jongens voor ons in petto hebben, want zij zijn de reisleiders voor dit laatste deel van de vakantie😄

Foto’s